Op het gevaar af heuse tepel-speenverwarring te zaaien besloten we dat Isa maar eens een fopspeentje moest uitproberen. Dit om haar in de wakkere uurtjes een stukje hobby te verschaffen en om Michal wat te ontzien qua ‘voeden op verzoek’. De vraag was of ze wel zo’n raar speentje zou ‘lusten’. Er gaat immers niks boven puur natuur.
Gisteravond ving het experiment aan. Het begon met enorme tegenzin van Isa’s kant. Met een blik in haar ogen, in de geest van ‘daar heb ik geen zin an’, werd de speen keer op keer triomfantelijk uitgespuugd. Niet zo verwonderlijk als papa 5 minuten lang probeert om de speen ondersteboven in de mond van de kleine te proppen. Na de juiste aanwijzingen van mama zoog ze met donderend geslurp de kersverse speen naar binnen. Ik maakte me al zorgen over de bestendigheid van het zachte rubber tegen dit natuurgeweld, maar daar zouden ze toch tegen moeten kunnen volgens Michal. Grootste angst is dat met een enorme ‘floep’ het zuigrubber wordt gescheiden van het harde plastic mondkapje en dat het hele speengeval in Isa verdwijnt.

Derhalve ga ik me dit weekeinde buigen over een testopstelling om onderhavige speen eens danig aan de tand te voelen. Het is overigens een dental-speen, dus die woordspeling is geheel op zijn plaats :-) Ik denk persoonlijk aan een soort Ikea-setting: u kent ze wel, die glazen kooien waarin een onschuldige leunstoel wordt geterroriseerd door hydrauliek, pneumatiek en wat dies meer zij. Vergezeld van zo’n kekke teller waarop staat hoeveel keer die zitting al wel niet is gebogen. Hoe dit concept moet worden vertaald naar een proefopstelling voor een fopspeen is nog een beetje vaag, maar mijn gedachten gaan eigenlijk uit naar de stofzuiger. Een heel weekeind lang – 24 uur per dag – de fanatieke zuigkracht van onze Philips-zuiger doorstaan betekent goedkeuring en derhalve het predikaat ‘veilig voor Isa’.